Programma
10. Ruimtelijke inrichting
Realisatie
bedragen x € 1.000
Begroot v.s. Realisatie
Relevante beleidsnota’s
Relevante beleidsnota’s
Naam | Periode | Vastgesteld in de raad | Planning vaststelling nieuw beleidsplan |
---|---|---|---|
Toekomstvisie voor Son en Breugel | N.v.t. | 21 juni 2012 | N.v.t. |
Structuurvisie voor Son en Breugel | 2014 / 2030 | 6 februari 2014 | N.v.t. |
Woonvisie voor Son en Breugel | N.v.t. | 20 december 2012 | N.v.t. |
Cultuurhistorisch beleidsplan Son en Breugel (zie programma 5) | N.v.t. | N.v.t. | 2018 |
Woningbouwprogramma Son en Breugel 2016/2020 – 2030 | N.v.t. | 16 juni 2016 | N.v.t. |
Centrumvisie Son | N.v.t. | 21 juni 2012 | N.v.t. |
Kaders centrum Son | 2015 - heden | november 2015 | nvt |
Centrumvisie Breugel en uitvoeringsprogramma | N.v.t. | 21 juni 2012 resp. 29 augustus 2013 | N.v.t. |
Uitvoeringsprogramma Breugel Bruist | 2017-2022 | december 2017 | |
Nota Grondbeleid | 2017-2020 | 22 december 2016 | 2020 |
Implementatieplan Omgevingswet Son en Breugel | 2016 - 2019/2022 | N.v.t. | n.v.t. |
Urgentieverordening gemeente Son en Breugel 2016 | n.v.t. | 17 december 2015 | n.v.t. |
Bouwverordening | n.v.t. | 30 september 2010 | n.b. |
Welstandsnota (Ruimtelijk kwaliteitsbeleid) | n.v.t. | 22 december 2011 | 2018 |
Samenwerkingsagenda Stedelijk Gebied Eindhoven | 2018 - 2025 | 21 december 2017 | N.v.t. |
Beoogd maatschappelijk effect
Doelmatige benutting en duurzame inrichting van beschikbare ruimte.
Operationele doelstelling(en)
Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie Son en Breugel
1.
Na de vaststelling van de Structuurvisie februari 2014 incl. uitvoeringsprogramma, is uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma. De Structuurvisie geeft niet alleen aan wat moet maar ook wat kan. De Structuurvisie biedt ook kaders om particuliere initiatieven te kunnen beoordelen. Zodra er door derden initiatieven worden ingediend, worden deze getoetst aan de intenties van de Structuurvisie. Indien medewerking wordt verleend aan het initiatief worden de kosten gedragen door deze initiatiefnemer. Voor bepaalde onderdelen kan de gemeente zelf initiatiefnemer zijn. In dat geval wordt per project de urgentie bepaald en aan de hand van een projectplan inzicht gegeven in de kosten, de wijze van financieren en het vragen om het benodigde (werk)krediet.
Uitvoering geven aan de Woonvisie Son en Breugel
2.
Rijk, regio en (sub)regio
Op het terrein van het wonen zijn in 2015 de nieuwe Huisvestingswet en de nieuwe Woningwet in werking getreden. In vervolg daarop is op subregionaal niveau binnen de gemeenten van het stedelijk gebied per 1 januari 2016 een Huisvestingsverordening tot stand gekomen die louter toeziet op het onderdeel urgentie. Daaraan wordt uitvoering gegeven.
Wij zijn ook in 2017 vanuit het taakveld wonen bestuurlijk en ambtelijk betrokken in werkgroepen en projectgroepen van de Metropoolregio en de provincie (RRO). Tevens is de samenwerking op het taakveld wonen binnen het stedelijk gebied Eindhoven (SGE) geïntensiveerd. Dit heeft geleid tot een nieuw perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven “Samen voor een sterke regio!” In vervolg daarop is in 2017 als nieuw regionaal woningbouwprogramma het "Afsprakenkader Wonen SGE 2017" door alle betrokken negen gemeenteraden in het Stedelijk Gebied Eindhoven vastgesteld. In tegenstelling tot het hiervoor geldende regionale woningbouwprogramma (incl. zgn. BOR-convenant) waarbij de discussie en afspraken met name gericht waren op kwantitatieve aspecten c.q. uitgangspunten, ligt er nu een afsprakenkader waarbij sprake is van een kwalitatieve insteek. Realisme en elkaar versterken vanuit elkaars kracht zijn hierbij belangrijke uitgangspunten.
De volgende stap die vanuit dit afsprakenkader gemaakt zal worden is het komen tot een (sub)regionale "Visie op Wonen".
Woningbouwprogramma Son en Breugel 2015/2020-2030
Dit woningbouwprogramma is een aanvulling op de reeds vastgestelde woonvisie. Gezien de wijzigingen in wet- en regelgeving en herziene kaders vanuit de regio is het van belang om de te volgen koers voor onze woningbouwprogrammering vanuit onze eigen ambities (Toekomstvisie, Structuurvisie en Woonvisie) in relatie tot onze positie in de regio te actualiseren. In 2017 is voor de woningbouwprogrammering op de verschillende ontwikkelingslocaties de route zoals beschreven in het nieuwe woningbouwprogramma gevolgd. Dit betekent dat de bouwopgave in relatie tot de woonbehoefte van de diverse woonconsumenten / doelgroepen concreter vorm is gegeven.
Prestatieafspraken nieuwe stijl
Naar aanleiding van de nieuwe Woningwet zijn “prestatieafspraken nieuwe stijl” gemaakt met woonstichting ‘thuis en Woonbedrijf . Voor wat betreft 'thuis , zijn wij in de voorfase betrokken - samen met overige gemeenten waar ‘thuis bezit heeft en met de huurdersorganisatie - bij hun nieuw ondernemingsplan en een strategische belanghoudersbijeenkomst . Vanaf 2016/2017 heeft dit na een bod van 'thuis en Woonbedrijf op de gemeentelijke woonvisie/ woningbouwprogramma via een vaste jaarlijkse wettelijke cyclus geleid tot prestatieafspraken nieuwe stijl, waarbij de gemeente meer “in control” is. Tevens zijn de mogelijkheden verkend om dit op (sub)regionaal niveau te doen dan wel met gemeenten (belanghouders) waarbij 'thuis en Woonbedrijf ook bezit hebben.
Statushouders
Er is ook in 2017 ingezet op het realiseren van de taakstellingen, vanuit het uitgangspunt dat we onze verplichtingen moeten waarmaken op een wijze die maximaal bijdraagt aan integratie in onze gemeenschap. Gespreide huisvesting en stevige inzet op begeleiding en werk zijn daarbij essentieel. Het plan van aanpak integratie statushouders is vastgesteld en in uitvoering genomen. Ultimo 2017 was de taakstelling huisvesting gerealiseerd.
Afronden herziening bestemmingsplannen
3.
Om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen uit het rijks- en provinciaal beleid, de doorwerking van bepalingen uit de Structuurvisie Mobiliteit en Ruimte (Rijksbeleid), Erfgoedwet (cultuurhistorische regelingen), bepalingen uit de Structuurvisie provincie Noord-Brabant en de Verordening Ruimte Noord Brabant (provinciaal beleid), dienen de vigerende bestemmingsplannen tijdig te worden herzien.
Inzake het rijks- en provinciaal beleid is op projectbasis geïnventariseerd welke aspecten verplicht geregeld moeten worden. Op grond van de analyse die in 2016 heeft plaatsgevonden, is in 2016 gestart met de herziening van de vigerende bestemmingsplannen (waaronder de verplichte vertaling van de Verordening Ruimte Noord Brabant van de provincie Noord-Brabant in de vigerende bestemmingsplannen). De herziene bestemmingsplannen voor de 'bebouwde kommen' resp. 'Ekkersrijt' zijn eind 2017 vastgesteld. Afronding van de beroepsprocedures is voorzien in 2018.
De herziening van het bestemmingsplan 'buitengebied' resp. de wettelijk verplichte PlanMER gaan in 2018 in procedure. Voor de wettelijk verplichte PlanMER zijn extra kosten noodzakelijk van circa € 25.000.
Onder leiding van een intern projectleider, vindt ook externe inhuur van expertise plaats die ook in 2018 nodig is (produceren bestemmingsplannen, digitalisering etc.).
Waar de gemeente initiatiefnemer is, draagt de gemeente zelf deze kosten (ten laste van de projectexploitatie). Waar anderen initiatiefnemer zijn, worden de kosten via het kostenverhaal, legesverordening en anterieure overeenkomsten verhaald bij de initiatiefnemer.
Jaarlijks vinden werkzaamheden plaats om:
- bestemmingsplannen af te stemmen op gerechtelijke uitspraken;
- onderzoeken te doen;
- de inhuur van externe expertise;
- het extern laten uitvoeren van werkzaamheden (opstellen ruimtelijke toelichtingen, planregels, digitale verbeeldingen);
- voorbereidende planologisch stedenbouwkundige studies;
- kosten voor ‘second opinions';
- de betaling van proces- en gerechtskosten.
Uitvoering geven aan planprocedures t.b.v. nieuwe initiatieven (bebouwde kommen, Ekkersrijt, buitengebied, initiatieven binnen de gebiedsvisies “Wolfswinkel”, “Keske” en “Driehoek”.)
4.
Ruimtelijke ontwikkelingen op Ekkersrijt worden begeleid. In 2017 zijn nieuwe planprocedures voorbereid, die naar verwachting in 2018 gaan lopen. Daarnaast komen er telkens nieuwe verzoeken binnen. De afwegingskaders voor de initiatieven zijn vastgelegd in de "Structuurvisie van Son en Breugel" en het "Masterplan Ekkersrijt". De "Visie Sciencepark" krijgt in 2018 en volgende jaren een vertaling in een pilot Omgevingsplan.
In 2017 zijn ook procedures gestart voor diverse bestemmingsplannen t.b.v. woningbouw die in 2018 doorlopen. Tegelijkertijd zijn diverse voorbereidingen voor woningbouw getroffen en overige initiatieven begeleid binnen het stedelijk gebied waarvan planprocedures doorlopen tot in 2018 en volgende jaren. Dit alles binnen de monitoring van het project ''Ontwikkelingslocaties Son en Breugel (olSB)".
Uitvoering geven aan gronduitgifte en woningbouw in Sonniuspark.
5.
Gedurende de looptijd van het project Sonniuspark wordt de commissie GZ aan de hand van voortgangsrapportages periodiek bijgepraat en geraadpleegd over de ontwikkelingen in Sonniuspark. In 2017 zijn de verdere afspraken vastgelegd en is ook deels de projectmatige bouw gestart van de plandelen aan de Bijenlaan, Rooijseweg en de noordelijke clusters. Elk deelgebied met projectmatige bouw in verschillende segmenten, waaronder vrije sector middeldure huur. Verder wordt ingezet op de verdere verkoop van vrije sector kavels aan particulieren. In alle ontwikkelingen wordt aangesloten bij het behoud van de ruimtelijke kwaliteit in een evenwichtige samenhang met de vraag op de woningmarkt. De kaders voor voortgang zijn opgenomen in het geactualiseerd bestemmingsplan Sonniuspark vastgelegd. Het bestemmingsplan is inmiddels onherroepelijk.
Het actualiseren van de planologische kaders Sonniuspark (beeldregie en bestemmingsplan)
6.
In 2017 is het geactualiseerde bestemmingsplan in procedure gebracht (inmiddels per april 2018 ook onherroepelijk). Deze actualisatie had als aanleiding de 10 jarige geldigheidsduur en de uitwerking van de stedenbouwkundige en programmatische optimalisatie van het Sonniuspark.
Uitvoeringstrategie versneld completeren Sonniuspark
7.
Voor het versneld tot afronding komen van het Sonniuspark is met het bestemmingsplan in procedure brengen een belangrijke stap gezet. Een nieuw bestemmingsplan moet ruimte bieden aan een marktconform bouwprogramma met bijbehorende marktconforme kavels. Met een beter op de markt aansluitend plan kan het plan beter en versneld tot einde ontwikkeling worden gebracht. Afspraken rond ongeveer 40 vrije sector huurwoningen in het Sonniuspark hebben ook een basis gelegd door een nieuw segment aan te bieden waar een toenemende vraag voor waarneembaar was.
Vorm geven, planvoorbereiding, planprocedures diverse ontwikkelingslocaties
8.
Overeenkomstig de resultaten van het project “Ontwikkelingslocaties Son en Breugel” (olSB) zijn ontwikkelingslocaties operationeel gemaakt. De werkzaamheden en monitoring vindt plaats in de ‘Stuurgroep olSB’. De raadscommissie grondgebiedzaken is periodiek geïnformeerd over relevante ontwikkelingen, de laatste keer begin 2018 door middel van een totaalpresentatie van alle ontwikkelingsprojecten.
Na de voorbereiding in de stuurgroep olSB, de ruimtelijk planologische visie, de contractvorming en afronding van onderzoeken volgt de procedure van het bestemmingsplan als basis voor de verdere realisatie. De werkzaamheden, organisatie en integratie vinden in hoofdzaak in eigen beheer plaats.
Daar waar het initiatieven van derden zijn, zijn de kosten in het kader van het ‘kostenverhaal’ bij deze initiatiefnemer verhaald. In de gevallen dat de gemeente zelf initiatiefnemer is, is rekening gehouden met kosten voor contractvorming, verrichten van onderzoek, opstellen van het bestemmingsplan, digitaliseringsaspecten en dergelijke.
Bijdragen leveren aan en uitvoering geven aan rijks-, provinciale- en regionaal ruimtelijke ontwikkelingen
9.
Het gaat met betrekking tot het Rijk om bijdragen in het kader van wetgeving, Omgevingswet (en landelijke Omgevingsvisie).
Op provinciaal niveau gaat het om bijdragen in het kader van de "Structuurvisie Provincie Noord Brabant", de "Verordening Ruimte Noord Brabant", de provinciale Omgevingsvisie en deelname aan de Ontwikkeldagen (voorheen het RRO -Regionaal Ruimtelijk Overleg-) en dergelijke.
Op regionaal niveau gaat het om de "Integrale Strategie Ruimte", een nieuw regionaal woningbouwprogramma (Regionaal Afsprakenkader Wonen 2017), "Brainport Oost" en "Brainport Avenue".
Binnen de Metropoolregio Eindhoven en de Stedelijke Regio Eindhoven wordt binnen de nieuwe structuur uitvoering gegeven aan de nieuwe overleg- en werkstructuur. Het gaat daarbij in het bijzonder om de activiteiten ‘economie’, ‘ruimte’ en ‘wonen’. Wij zijn bestuurlijk en ambtelijk betrokken in werkgroepen en projectgroepen van de Metropoolregio en het Stedelijk Gebied Eindhoven.
De advisering ten behoeve van stuurgroepen en college, komt voor rekening van de gemeente.
Uitvoering geven aan de uitvoeringsprogramma’s die verbonden zijn aan centrumvisie Son, decentrumvisie Breugel en de Dommelvisie
10.
Het centrum van Son krijgt via verschillende deelprojecten vorm op basis van de vastgestelde visies en raadsbesluiten. Het gaat om het Kerkplein, de MFA in het bijzonder en de renovatie van het gemeentehuis. Voor wat betreft het gemeentehuis is de uitvoering gestart; sloop heeft plaatsgevonden in 2017 en een start met de nieuwbouw is gemaakt. Voor wat betreft het centrum zijn o.a. besluiten genomen op het punt van parkeren (werk in uitvoering) en heeft het Raadhuisplein een herinrichting (marktopstelling) gekregen. Voor het dorpshuis heeft n.a.v. presentatie van het ontwerp een draagvlakonderzoek plaatsgevonden dat tot nadere politieke besluitvorming heeft geleid.
Voor wat betreft Breugel is na vaststelling van de visie, in 2017 in een interactief proces het uitvoeringsprogramma Breugel Bruist! vastgesteld. Gefocust is op verbinding en versterking, zowel qua software (samenwerking partijen, waartoe een intentieovereenkomst tot stand is gekomen) als qua inrichting (in samenhang modernisering Boerderij, nieuwe sporthal, nieuwe schoolvoorziening, wonen met aandacht voor zorg, parkeren en openbare ruimte). Vanuit het uitvoeringsprogramma dat vastgesteld is in 2013-2014 wordt verder vormgegeven aan de veilige fietsverbinding vanuit Breugel. De avond voor aanwonenden liet zien dat er veel draagvlak is voor deze verbinding. De uitkomsten van deze avond worden meegenomen in de verdere uitwerking en er zal bij de aansluiting op het Dommeldal ook rekening gehouden worden met een mogelijke zuidelijke entree voor de Krommenhoek.
Implementatie Omgevingswet en uitvoering geven aan het "Implementatieplan Omgevingswet Son en Breugel"
11.
Voor het fysieke domein gaan circa 26 wetten, regelingen en circa 120 Amvb’s die toezien op ruimtelijke ordening, milieu, leefomgeving, wonen, bouwen, mobiliteit e.d. op in de Omgevingswet. De Omgevingswet wordt gevolgd door 4 nieuwe AMvB's, enkele aanpassingswetten, het Digitale Stelsel Omgevingswet, een Overgangsregeling en dergelijke. De Omgevingswet en dergelijke treden in 2021 in werking.
Eind 2016 is het "Implementatieplan Omgevingswet Son en Breugel" vastgesteld. Het Implementatieplan geeft een overzicht van:
a. op welke momenten de diverse activiteiten (moeten) worden opgepakt;
b. met welke partijen de inhoud van een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan worden opgepakt;
c. in welke mate participatie plaats vindt door en informatie verstrekt wordt aan interne en extern
netwerkrelaties;
d. mogelijke organisatorische wijzigingen (organisatie, cultuur, werkprocessen);
e. aanpassing digitale werkstructuur op grond van het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Het Implementatieplan is feitelijk de 1e opzet voor een projectplan voor de Implementatie van de Omgevingswet in Son en Breugel en de activiteiten die opgepakt moeten worden in de periode 2017-2019 en volgende jaren. Tevens geeft het Implementatieplan een eerste inzicht in de benodigde inzet van (geld)middelen.
De kosten voor de implementatie van de Omgevingswet zijn echter nog niet duidelijk te maken. Op basis van de Omgevingswet bestaat echter wel een wettelijke verplichting om een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan (volgend op een Omgevingsvisie) op te stellen. Daarnaast bestaat op grond van de Omgevingswet de verplichting te voldoen aan de digitale vereisten zoals worden vastgelegd in het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Gelijktijdig dienen informatiebijeenkomsten en opleidingen te worden bijgewoond door alle medewerkers die vanuit hun rol voor de fysieke leefomgeving nodig zijn. Tevens zal de Omgevingswet van betekenis zijn voor de organisatie (cultuur, werkprocessen en organisatie) waarvoor kosten gemaakt moeten worden.
In 2017 is een start gemaakt met het Implementatieproces Omgevingswet aan de hand van meerdere notities, de inzet van interne en externe medewerkers en organisaties en gewenste aanpak en organisatiestructuur. Het lag in de bedoeling om in 2017de eerste werkzaamheden uit te voeren. Begin september is besloten om het implementatieproces tijdelijk stop te zetten, o.a. door het uitstel van de inwerkingtreding van de wet. Het ligt in de bedoeling in 2018 te komen tot een herstart. De reeds beschikbare middelen dienen om die reden doorgeschoven te worden naar 2018 en volgende jaren.
Goede balans tussen bepalende factoren en functies
zoals wonen, ondernemen, sociale verbinding en groen.
Zie effecten ‘doelmatige benutting en duurzame inrichting van beschikbare ruimte.
Scheppen van de noodzakelijke randvoorwaarden voor een gedifferentieerd aanbod van woningen.
Zie effecten ‘doelmatige benutting en duurzame inrichting van beschikbare ruimte.
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan lasten.
Wat heeft het gekost?
Omschrijving | Begroting voor wijziging | Begroting na wijziging | Realisatie | Saldo | |||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | 5.745 | 13.097 | 11.814 | -1.284 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lasten | 5.747 | 14.029 | 9.168 | 4.861 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mutaties eigen vermogen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toevoegingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Onttrekkingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Saldo reservemutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Totaal saldo baten en lasten | -2 | -932 | 2.646 | 3.578 |
Voor de verschillenanalyse wordt u verwezen naar § 3.7.3 Analyse overzicht van baten en lasten.