Paragraaf
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding
In deze paragraaf wordt de financiële robuustheid van de gemeente weergegeven.
Onder weerstandsvermogen wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen:
- (Beschikbare) weerstandscapaciteit:
De middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken; - Benodigde weerstandscapaciteit:
Risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente. Het betreft risico’s die eenmalig onverwacht kunnen optreden en geen normale bedrijfsvoeringsrisico’s zijn.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Beleid
Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s
In de raadsvergadering van 21 maart 2013 heeft de raad de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ vastgesteld. In de nota wordt het beleidskader voor het weerstandsvermogen beschreven. Dit kader luidt als volgt:
- De gemeenteraad wordt via de planning- en controldocumenten geïnformeerd over de 15 belangrijkste risico’s, de beschikbare weerstandscapaciteit en de ratio van het weerstandsvermogen;
- De ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ wordt als basis gehanteerd voor de opstelling van de verplicht voorgeschreven paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de meerjarenprogrammabegroting en de jaarrekening;
- Voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit worden de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves buiten beschouwing gelaten;
- Uitgegaan wordt van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio > 1);
- Als de ratio weerstandsvermogen door de toename van risico’s onder de 1 uitkomt, zal ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit worden aangevuld, ofwel extra inspanningen worden gedaan om de benodigde weerstandscapaciteit terug te brengen. In deze situatie zal het college voorstellen doen aan de gemeenteraad die ervoor moeten zorgen dat het weerstandsvermogen weer op het gewenste niveau komt.
In de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ is uitvoerig ingegaan op het wettelijk kader, de inventarisatie van de risico’s en de weerstandscapaciteit. De beleidsconclusies zijn hierboven weergegeven.
In deze jaarrekening heeft een actualisatie plaatsgevonden van de weerstandscapaciteit, de risico’s en het weerstandsvermogen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inventarisatie risico's en methodiek
Top 15 inventarisatie van de risico's
In veel gevallen kunnen we de exacte waarde van een risico niet bepalen. Om de risico’s toch te kwantificeren werken we met klassengemiddelden. Deze klassengemiddelden leiden tot de financiële gevolgen in onderstaande tabel. De risicowaarde bepalen we vervolgens aan de hand van de volgende berekening:
Risicowaarde in € = percentage ‘Kans’ x ‘Gevolg in €’
Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico’s zich tegelijk manifesteren, wordt gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Hieronder treft u de top 15 van grootste risico's aan.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Top 15
Risico | Kans in % | Kans in € | Risicowaarde |
---|---|---|---|
1. Jeugdzorg | 90% | 375.000 | 337.500 |
2. Bestuurlijke toekomst | 50% | 657.000 | 328.500 |
3. Inkomensvoorziening (participatiewet) | 70% | 175.000 | 122.500 |
4. Algemene uitkering gemeentefonds | 70% | 175.000 | 122.500 |
5. Crisisbeheersing | 10% | 1.000.000 | 100.000 |
6. Huishoudelijke hulp | 50% | 175.000 | 87.500 |
7. Wolfswinkel | 50% | 175.000 | 87.500 |
8. AVG | 50% | 175.000 | 87.500 |
9. Attero - compensatieovereenkomst | 30% | 78.000 | 23.400 |
10. Intergemeentelijke samenwerking | Concrete | berekening | 67.267 |
11. Inkoop en aanbesteding | 70% | 75.000 | 52.500 |
12. Vestzaktheater | 70% | 75.000 | 52.500 |
13. VPB | 30% | 175.000 | 52.500 |
14. Fiscaliteit | 30% | 175.000 | 52.500 |
15. Verkiezingen | 50% | 75.000 | 37.500 |
Subtotaal top 15 | 1.666.267 | ||
Overige risico's | 385.000 | ||
Totaal | 2.051.267 | ||
Risico's onvoorzien | 250.000 | ||
Risico's t.b.v. zekerheidspercentage 90% | 2.071.140 |
Twee keer per jaar worden de risico’s opnieuw geïnventariseerd en berekend. Op verzoek van de raad wordt een overzicht met onderbouwing gegeven van de risico’s die uit de top 15 zijn gevallen. Wijzigingen van risico’s in de top 15 treft u aan bij de toelichting van de top 15 risico’s.
Verdwenen risico's top 15
De wet bescherming persoonsgegevens is vervangen door de AVG. Zie beschrijving hieronder.
Grondbedrijf
Bij actualisatie van het grondbedrijf is gebleken dat er geen risicobedrag meer voor grond op hoeft te worden genomen. Voor verdere uitleg zie de paragraaf grondbeleid.
Top 15 risico's
1 Jeugdzorg
"Vanaf 2017 wordt een bedrag ontvangen op basis van een objectief verdeelmodel.
In 2018 ontvangen wij € 100.000 meer dan in 2017.
Door o.a. incidenten of toename in cliëntenaantallen (via CMD of directe verwijzingen) bestaat het risico dat er beroep gedaan wordt op de zwaardere (duurdere) jeugdzorg, zonder dat hier extra geld voor beschikbaar is.
Daarnaast levert de invoering van de nieuwe PDC met nieuwe financieringsmethodiek een financieel risico op wat niet van tevoren is in te schatten."
Beheersmaatregel
"In afwachting van de daadwerkelijke uitgaven zetten wij nu al in op efficiency en effectiviteit door verschuiving van 2e lijns naar 1e lijns en 0e lijns zorg.
Daarnaast worden doorlooptijden verkort en wordt lokale ambulante zorg ingezet in plaats van verblijf.
Door triage, regievoering en integraal werken binnen het CMD en samenwerking met partners moet dit worden gerealiseerd.
In het kader van de nieuwe PDC wordt het evaluatieproces verder uitgebouwd om op die manier grip te houden op de inzet (en dus ook kosten)."
2 Bestuurlijke toekomst
Elk scenario heeft financiële gevolgen. In diverse onderzoeken is hierbij al stilgestaan. De grootste financiële risico’s doen zich voor als gemeente Son en Breugel zelfstandig blijft en gemeente Nuenen bij Eindhoven wordt gevoegd. We lopen dan het risico op extra structurele kosten van € 542.500,- en incidenteel nog eens € 657.000,-. Veel kosten hebben te maken met het uittreden van Nuenen uit Dienst Dommelvallei en het terugnemen van de afdeling Dienstverlening, maar ook met het gemis aan onze natuurlijke samenwerkingspartner op diverse terreinen.
3 Inkomensvoorziening (participatie wet)
De budgetten voor het bekostigen van de inkomensverstrekkingen (bijstand) zijn de afgelopen jaren ontoereikend gebleken om alle kosten vanuit de rijksbijdrage te dekken.
De afgelopen jaren is het aantal cliënten toegenomen en zal dit ook bij de participatie wet het geval zijn. Risico is dat de gemeente het verschil zal moeten bijpassen.
Beheersmaatregel
Getracht wordt de compensatieregeling 'vangnetuitkering' vanuit het Rijk te benutten. Echter het risico blijft aanwezig dat het daadwerkelijke budget wat hiervoor nodig is achterblijft vanuit het Rijk (financiering volgens T-2 systematiek vanuit het macrobudget). Het enige wat de gemeente kan doen is blijvend kort op het uitkeringenbestand zitten om zelfstandigheid voor wat betreft het inkomen van klanten te bevorderen. Daarnaast is de begroting voor 2018 naar boven bijgesteld, maar het risico blijft dat dit niet toereikend is. We steken in op een stabilisatie van het uitkeringsbestand vanaf 2018 waardoor de begroting beter zal aansluiten.
4 Algemene uitkering gemeentefonds
Via circulaires worden we enkele malen per jaar (meestal mei en september) geconfronteerd met aanpassingen in de totale ontvangsten vanuit het gemeentefonds. De afspraak tussen het Rijk en de gemeenten is dat een systematiek wordt gehanteerd van 'samen de trap op, samen de trap af'. Indien het Rijk gaat bezuinigen wordt er ook minder geld in het gemeentefonds gestort ('samen de trap af').
Schommelingen in de algemene uitkering kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de begroting. Op de hoogte van de algemene uitkering kan geen invloed worden uitgeoefend. De totale ontvangst van het gemeentefonds in 2017 bedraagt ca. € 16,7 miljoen waarvan ca. 5 miljoen voor integratie uitkeringen sociaal domein (de drie decentralisatie uitkeringen) en ca. 11,6 miljoen voor de overige taken. Geraamd is 16,8. Het financiële risico is ingeschat op €122.500 en de afwijking zit daarmee op het risicobedrag. Dit nadeel zal ten laste van het rekeningresultaat worden opgevangen. Bijstellen van de risicowaarde is niet aan de orde. De risico's voor de uitkeringen van het sociaal domein worden meegenomen in het risico met betrekking tot de transities.
Beheersmaatregel
De algemene uitkering maakt integraal onderdeel uit van de begroting. De schommelingen worden op het eerst volgende moment binnen de exploitatie verwerkt om deze sluitend te houden. Een buffer van bijvoorbeeld een jaar zou de schommelingen structureel op kunnen vangen.
5 Crisisbeheersing
Iedere gemeente kan te maken krijgen met incidenten, die de status van een crisis krijgen. Deze kunnen plaatsvinden in zowel het fysieke als het sociale domein en kunnen lokaal, regionaal of bovenregionaal van karakter zijn.
Beheersmaatregel
Door adequate maatregelen kunnen de effecten van een crisis beperkt worden. Lokale en regionale crisisorganisaties voorzien daarin, wat zich uit in crisiscoördinatie en -organisatie. Goede informatievoorziening, opleidingen en oefenen is daarbij randvoorwaarden voor succes. Implementatie van verbeterpunten uit evaluaties zorgen steeds voor verdere professionalisering van de crisisorganisatie. Daarnaast wordt ruim ingezet op preventie en preparatie om aan de voorkant crises te voorkomen. Hiervoor is ook een nieuwe regionale visie ontwikkeld. De poules zijn beter getraind en expertise wordt betrokken waar nodig. Effecten van incidenten worden door adequaat ingrijpen verder beperkt. Met de transities is de gemeente verantwoordelijk geworden voor veel zorgtaken. Hierdoor kan de gemeente vaker partij zijn wanneer een crisis in het sociale domein zich voordoet.
6 Huishoudelijke hulp
In 2017 heeft de reparatie van de huishoudelijke hulp plaatsgevonden en is huishoudelijke hulp weer een Wmo-voorziening geworden. Hiervoor is m.i.v. 2017 extra budget opgenomen in de begroting. Onzekerheid of het budget toereikend zal zijn hangt af van het aantal cliënten. Dat aantal is stabiel maar kan fluctueren. Gelet op de demografische ontwikkelingen is de verwachting daarbij dat het aantal dan eerder toe- dan afneemt. De onzekerheid met betrekking tot aantallen geldt ook voor de ondersteuning bij het huishouden (met regie).
De in het regeerakkoord opgenomen eigen bijdrage ad € 17,50 per 2019 zou een behoorlijk aanzuigende werking kunnen hebben op het aantal cliënten. Inwoners die het nu zelf hebben geregeld (al dan niet in het grijze circuit) zijn dan aanmerkelijk goedkoper uit wanneer het een maatwerkvoorziening wordt.
Beheersmaatregel
We houden vast aan de uitgangspunten die we hebben geformuleerd ten aanzien van het beleid Wmo (eigen kracht, eigen keuze, participeren indien mogelijk, integraal werken). Dit betekent dat wanneer burgers het zelf kunnen regelen en het ook daadwerkelijk regelen er geen reden is voor het toekennen van een voorziening.
7 Wolfswinkel
Meerjarig gezien is er geen sluitende exploitatie van de begraafplaats. Hierdoor is een negatief eigen vermogen ontstaan. Deze factoren zorgen ervoor dat de stichting onvoldoende in staat is om af te lossen op de door de gemeente verstrekte geldleningen. Derhalve loopt de gemeente het risico dat de stichting begraafplaats en uitvaartcentrum Wolfswinkel niet in staat is aan haar aflossingsverplichting te voldoen.
Beheersmaatregel
De exploitatie van Wolfswinkel is onderzocht. De gesprekken met het stichtingsbestuur zijn opgestart om tot een business case en toekomstvisie te komen. Verschillende scenario's met betrekking tot de begraafplaats worden uitgewerkt, waaronder een scenario met crematorium waarbij door het stichtingsbestuur zal moeten worden aangetoond of dat bijdraagt aan een gezonde exploitatie.
8 AVG
Per 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van kracht. Gemeenten slaan allerlei persoonsgegevens op. Deze persoonsgegevens zijn vertrouwelijk en mogen vaak niet openbaar worden gemaakt. Gebeurt dit toch dan is er sprake van een datalek. Voorbeelden hiervan zijn verlies van een USB-stick, een tablet of een laptop. Deze informatiedragers bevatten vaak vertrouwelijke informatie. Wanneer zoiets gebeurt moet er melding worden gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Bij eventuele datalekken kan een boete worden opgelegd. In geval van een datalek moet contact opgenomen worden door een functionaris gegevensbescherming. Daarnaast moet onder anderen aangetoond worden dat er een plan van aanpak is omtrent datalekken. Tevens moet Dienst Dommelvallei aantonen hoe ze datalekken mitigeert in de processen.
Boetes opgelegd uit naam van de AVG dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. De maximale boete is € 20.000.000.
Beheersmaatregel
De gemeente heeft een plan van aanpak opgesteld om aan de verplichtingen uit de AVG te voldoen. Hierin wordt beschreven hoe we omgaan met privacyvraagstukken en datalekken. Welke stappen nemen we om zo goed mogelijk aan de wet te voldoen?
Tevens is per 1 februari 2018 een adviseur functionaris gegevensbescherming in dienst van Dienst Dommelvallei, deze FG is werkzaam voor alle organisaties. Zowel DD als de gemeenten en PlusTeam.
Onderstaande stappen worden al uitgevoerd.
Via intranet zijn medewerkers geïnformeerd over de wet Meldplicht Datalekken en wat een medewerker moet doen als hij/zij een datalek constateert. Een datalek moet gemeld worden aan de privacybeheerder of CISO en aan het afdelingshoofd. De privacybeheerder meldt dit aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Tevens wordt de getroffen persoon geïnformeerd, afhankelijk van de ernst van het datalek en de mogelijke gevolgen voor de betrokkene. Er is een procedure beveiligingsincidenten en datalekken, deze is goedgekeurd door de colleges.
9 Attero
De eerste arbitragezaak over de jaren 2011-2014 is gewonnen. Dit is onherroepelijk geworden omdat Attero na de vernietigingsprocedure verloren te hebben niet in cassatie is gegaan. Over het jaar 2015 en 2016 zijn weer facturen ontvangen van Attero en de gewesten hebben wederom een arbitragezaak aangespannen. In een tussenvonnis ging het arbitrage instituut niet akkoord met de redenering van de gewesten over de kwestie 'beschikbaar afval'. Attero geeft aan dat huishoudelijk afval moet worden gezien als huishoudelijk afval. De gewesten zijn van mening dat onder brandbaar afval ook bedrijfsafval wordt verstaan. Van een vergoeding zou dan geen sprake zijn. Op 12 januari jl. is de extra zitting voor het eindvonnis geweest. De uitkomst hiervan is nog niet bekend. Indien de Gewesten de arbitragezaak verliezen moet er een verdeelsleutel worden bepaald. Indien wordt uit gegaan van een solidariteitsbeginsel dan zou de gemeente op basis van het inwoneraantal ongeveer € 78.000,- moeten vergoeden.
Beheersmaatregel
Voor de jaren 2015 en 2016 en 2017 houden de gemeenten zich op het hetzelfde standpunt betreft “beschikbaar afval”. Het voorgaande betekent dat de VvC-ASB namens de gewesten en gemeenten Attero aangegeven heeft niet te zullen voldoen aan het verzoek van Attero om over het contractjaar 2015, 2016 en later 2017 in te stemmen met de opgenomen te factureren bedragen. Attero dient voor lopende contractjaren 2016 en 2017 dan ook al het beschikbare brandbare afval aan te wenden ter suppletie van het te verwachten tekort. De gewesten en gemeenten zullen dus ook niet aan het verzoek van Attero voldoen om te verklaren dat zij over het contractjaar 2015, 2016 en 2017 een suppletietarief dan wel het bijzondere verwerkingstarief zullen voldoen.
10 Intergemeentelijke samenwerking
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening verloopt via de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei. Op basis van de vastgestelde begroting van Dienst Dommelvallei wordt financieel bijgedragen aan de dienst. Hierbij zijn ook aannames gemaakt met betrekking tot te realiseren efficiency. Omdat Dienst Dommelvallei geen eigen reserves heeft worden de risico’s van de dienst betrokken bij de risicowaarde van de drie deelnemende gemeenten.
Beheersmaatregel
Via een begroting, jaarrekening en rapportages (Dommelvallei) worden de ontwikkelingen periodiek en intensief gevolgd. Eventuele effecten kunnen rechtstreeks verwerkt worden in de eigen begroting. Daarnaast is sprake van deelname in het bestuur van Dienst Dommelvallei. De risico's van Dienst Dommelvallei zijn, voor zover mogelijk, inzichtelijk gemaakt bij de dienst en beheersmaatregelen zijn geformuleerd.
11 Inkoop en aanbesteding
Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridisch gevolgen. Niet rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring (rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Ook kunnen de voordelen van het aanbesteden mis worden gelopen.
Beheersmaatregel
De gemeente wordt begeleid door BIZOB. Tevens wordt regelmatig voorlichting gegeven over inkopen en aanbesteden. Inkoop en aanbesteding is onderdeel van de verbijzonderde interne controle. Hierbij worden zowel procesgerichte (deelwaarneming) als gegevensgerichte (inkoopanalyse) controles uitgevoerd.
12 Vestzaktheater
Het bestuur van het Vestzaktheater heeft besloten om uiterlijk eind 2018 de werkzaamheden te beëindigen. Het huidige bestuur is een meewerkend bestuur. Het nieuwe bestuur zal naar verwachting meer op afstand staan waardoor extra professionele ondersteuning nodig is. Verder valt te verwachten dat de exploitatie die in de afgelopen jaren steeds problematisch is geweest, door de wijziging van het bestuur, verder onder druk komt te staan. Door deze ontwikkeling moet de komende jaren rekening worden gehouden met een jaarlijks negatief exploitatieresultaat.
13 VPB
Op 1 januari 2016 is de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen ingegaan. Dit houdt in dat vanaf het boekjaar 2016 een fiscale aangifte moet worden ingediend. Voor 1 mei 2017 is de voorlopige aangifte gedaan en voor de definitieve aanslag is uitstel aangevraagd. Voor de aanslag 2017 is hetzelfde proces gevolgd als voor 2017. De voorlopige aanslag is opgelegd door de belastingdienst en is gebaseerd op de aanslag 2016 en beide aanslagen zijn verwerkt in de jaarstukken 2017. De aanslag 2016 bedraagt € 310.286,-. De aanslag 2017 bedraagt € 117.641,-
De belastingdienst heeft op de onderdelen waarvoor Vpb-plicht aan de orde is nog geen uitspraak gedaan over de uitgangspunten voor de aangifte. Dit betreft voor onze gemeente voornamelijk het onderdeel grondexploitaties. Op basis van de nu bekende uitgangspunten is de voorlopige aangifte gedaan. Deze wordt besproken met de belastingdienst. De conclusies/aanbevelingen van de belastingdienst worden in de definitieve aangifte verwerkt.
Beheersmaatregel
Verdere vervolgstappen vooruitlopend op het oordeel van de belastingdienst op het afstemmingsverzoek kunnen nog niet worden genomen.
Beheersmaatregel
Verdere vervolgstappen vooruitlopend op het oordeel van de belastingdienst op het afstemmingsverzoek kunnen nog niet worden genomen.
14 Fiscaliteit
De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, BTW aangiften, opgave BTW compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid.
Beheersmaatregel
Met het oog op de ontwikkelingen rondom 'Horizontaal Toezicht' met de Belastingdienst wordt er gewerkt aan een 'Tax Control Framework'. Inmiddels zijn er gesprekken geweest met de belastingdienst en de accountant om verdere stappen te zetten in de inrichting.
15 Verkiezingen
In de meerjarenraming is rekening gehouden met de regulier te verwachten verkiezingen. In het geval extra verkiezingen worden uitgeschreven wordt een financieel risico gelopen.
Beheersmaatregel
Dit is niet beïnvloedbaar, als er sprake is van tussentijdse verkiezingen zal de gemeente deze moeten organiseren.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inventarisatie beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit in cijfers
De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al die bronnen waaruit niet voorziene financiële tegenvallers bekostigd kunnen worden.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit | Peildatum 1-1-2018 | ||
---|---|---|---|
Primair | Algemene risicoreserve | 2.681.000 | 1 |
Vrij aanwendbaar deel reserve vrije bestedingsruimte | 2.153.000 | 2 | |
Secundair | Algemene reserve | 1.622.000 | 1 |
Stille reserves | p.m. | ||
Totaal incidentele weerstandscapaciteit | 6.456.000 | ||
Structurele weerstandscapaciteit | |||
Primair | Post onvoorzien | 80.000 | |
Totaal structurele weerstandscapaciteit | 80.000 | ||
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit | 6.536.000 | ||
1 Stand 1-1-2018 | |||
2 O.b.v. laagste stand meerjarenraming 2018-2022 na verwerking jaarrekening 2017. |
Er is veel meer incidentele capaciteit beschikbaar dan structurele capaciteit. Dit is het aandeel dat in principe jaarlijks kan worden vrijgemaakt voor financiële tegenvallers. De incidentele capaciteit kan slechts eenmaal worden aangesproken en kan pas na aanvulling weer worden gebruikt om volgende tegenvallers te kunnen opvangen. Naast de onderverdeling structureel/incidenteel kan ook nog een onderscheid worden gemaakt in primaire c.q. secundaire buffers. In feite kunnen alleen de algemene risicovoorziening, het vrij aanwendbare deel van de reserve vrije bestedingsruimte en de post onvoorzien tot de primaire buffers worden gerekend. Deze zijn direct inzetbaar voor het afdekken van mogelijke risico’s, zonder verstrekkende gevolgen voor de begroting. De aanwending van de overige posten (secundaire buffers) heeft wel noemenswaardige consequenties (rentederving op de exploitatie, belastingtarieven verhogen).
Weerstandsvermogen
Er wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt bepaald door de volgende ratio:
Ratio weerstandsvermogen | = | Beschikbare weerstandscapaciteit |
Benodigde weerstandscapaciteit |
De ratio weerstandsvermogen kan als volgt worden vastgesteld:
Ratio weerstandsvermogen | = | €6.536.000 | =3,16 | |
€ 2.071.140 |
Geconcludeerd kan worden dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio van 3,16 meer dan toereikend is om de risico’s op te vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Financiële kengetallen
Financiële kengetallen
Kengetallen geven inzicht in bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen bijdragen aan het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De combinatie van de kengetallen geven een indicatie over de financiële positie van de gemeente. Daarnaast bieden kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.
De volgende financiële kengetallen moeten in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen worden:
- netto schuldquote;
- netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
- solvabiliteitsratio;
- grondexploitatie;
- structurele exploitatieruimte;
- belastingcapaciteit.
Uitgangspunten
Voor de kolommen realisatie is uitgegaan van de balans zoals opgenomen in de betreffende jaarrekening. De kengetallen voor de begroting 2017 t/m 2021 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2018-2021.
Omschrijving | Realisatie | Begroting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Netto schuldquote | 20% | 17% | 17% | 31% | 26% | 8% | 17% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 16% | 14% | 15% | 28% | 24% | 5% | 14% |
Solvabiliteitsratio | 66% | 70% | 67% | 61% | 60% | 67% | 67% |
Grondexploitatie | 46% | 45% | 38% | 22% | 3% | -28% | -25% |
Structurele exploitatieruimte | 4% | 6% | -2% | 1% | 0% | 0% | 0% |
Belastingcapaciteit | 82% | 81% | 82% | 84% | 84% | 84% | 84% |
Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting (in de grafieken is de realisatie van 2017 opgenomen).
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
De nettoschuldquote is in vergelijking met 2016 gelijk gebleven en lichtelijk gestegen. Hoe lager de nettoschuldquote is hoe beter. De nettoschuldquote is vrij laag en kan als goed worden bestempeld.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van de gemeente.
De financiële weerbaarheid van de gemeente kan met 67% als zeer goed worden bestempeld. Ten opzichte van de realisatie 2016 is er een kleine daling zichtbaar. Dit komt doordat het eigen vermogen minder hard is gestegen dan het balanstotaal.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.
Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek laat de grondexploitatie een forse daling zien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de bouwgrond in exploitatie afneemt. Dit is een positieve trend, omdat hiermee de grondexploitatierisico’s aanzienlijk dalen.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
In 2017 is de structurele exploitatieruimte -2%. Dit wordt veroorzaakt door winstnemingen in het grondbedrijf. Als het grondbedrijf buiten beschouwing wordt gelaten is de structurele exploitatieruimte 6%.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval landelijk gemiddelde tarieven.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Voor de provincies wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van het gemiddelde landelijke gehanteerde tarief voor de opcenten.
De belastingcapaciteit is met 1% gestegen naar 82%. Ondanks de stijging is de belastingcapaciteit behoorlijk lager dan het landelijk gemiddelde dat op 100% is gesteld.
Conclusie
Er is sprake van een forse geprognosticeerde verlaging van de grondpositie in de meerjarenbegroting 2018/2021. De Netto Schuldquote (incl. gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) blijft op basis van de realisatie gelijk of heeft een minimale stijging. Daarnaast draagt de verkoop van grond bij aan het continueren van de solvabiliteit en aan het verminderen van de grondexploitatierisico’s. Dit is tot uiting gekomen in het solvabiliteitsratio voor de realisatie 2017. Aangezien de verkoop van de gronden nog minimaal is in vergelijking tot de prognoses in 2018/2021 heeft dit ook nog minimale gevolgen voor de structurele exploitatieruimte.